Ik moest er vandaag in één keer weer aan terugdenken: aan de periode zo middag jaren zestig van de vorige eeuw toen ik net had gehoord hoe je kinderen moest maken en nóg belangrijker, hoe je ze moest maken maar niet krijgen. Best verwarrend voor een puistenpuber van een jaartje of veertien.

Ik kwam erop door de openheid waarmee ik vanochtend een vrouw een voordeeldoos condooms zag aanschaffen. Gewoon bij de Appie uit het schap en tussen de aardappels en het kropje sla op de band. En zo hoort dat ook. In de voornoemde periode ging dat anders. Je moest ervoor naar de drogist die dan eerst het licht uitdeed, de deur op slot draaide en dan een pakje met drie stuks in een bruine zak stopte. Na het afrekenen keek hij eerst buiten of er geen voorbijgangers waren waarna je het pand kon verlaten.

En dan moest je uiteraard ook nog volwassen zijn. Pubers konden er in het normale circuit al helemaal niet aankomen. Ja, bij de NVSH, maar die zaten altijd nét op een andere planeet. Op het platte land had je pech. Pech? Nou ja, je kon altijd nog naar de buren. De oosterburen. Naar Duitsland. Daar hingen de condoomautomaten gewoon in het toilet van de plaatselijke kroeg.

Zo simpel zat de wereld daar in elkaar. Nou ja, nog wel even eerst naar Duitsland fietsen want met een leeftijd van veertien kon je een autoritje wel vergeten. Maar ach, vijfentwintig kilometer heen en vijfentwintig kilometer terug… je moest moest er wat voor over hebben om met zo’n doosje condooms op het schoolplein de blits te kunnen maken.

De fietstocht heen en terug vormde geen enkel probleem. Gewapend met een pakje brood onder de snelbinder en een fles Exota in de tas, togen mijn vriend en ik vroeg op pad. Uiteraard hadden we geen paspoort maar de grensovergang bij Babberich was vaak onbezet en dus wel een gokje waard.
Het was uiteindelijk voor een goed doel.

Elten hadden we dankzij de vanuit de verte zichtbare Elterberg al snel in beeld. De grens bleek geen probleem en uiteindelijk zaten we rond twaalf uur op een bankje in het centrum te dimdammen welke kroeg, en dan ook nog wie “het” zou gaan doen. We kwamen er niet uit, dus dan maar samen.

Eerst werd de Exota soldaat gemaakt en daarna verdween het pakje brood. Tja, en toen naderde het moment van de actie. De eerste Kneipe was nog dicht, de tweede had niet de vereiste automaat en bij de derde begon de barman wat lastige vragen te stellen toen ik, zonder eerst iets te nuttigen, vroeg of ik naar het toilet mocht. De moed begon ons al aardig in de schoenen te zakken toen we een laatste restaurantje tegenkwamen. We hadden vijf Mark op zak waarvan er zeker twee nodig waren voor de boodschap.

Het was behoorlijk druk in de tent. We namen plaats aan een tafeltje en keken door ervaring wijs geworden eerst naar de prijslijst. Er kon net één cola af. We bestelden er één en rekenden maar meteen af om wat kleingeld te krijgen wat we ongetwijfeld nodig zouden hebben.

‘Toilet?’, vroeg ik op zijn duits.

De barman wees naar een deur pal naast de bar. Hij stond open. Ik gaf mijn vriend een knikje en hij kwam in beweging. Samen sneakten we de toiletruimte binnen en na een korte zoektocht vonden we, iets voorbij de pisbakken en pal naast een wasbak, een automaat. Alsof we een goudader hadden aangeboord aaiden we over hem heen. We hadden ons doel bereikt. Kapotjes. Gewoon een automaat vol spullen waarmee we naar hartelust konden… tja. Wat moesten we er eigenlijk mee?

Verkering hadden we niet en als we dat al zouden hebben, hoe pakte je zoiets dan aan. Ik zei het tegen mijn vriend. Hij haalde zijn schouders op. ‘Dat is voor latere zorg’, zei hij. ‘Marken. Kom op.’
Ik haalde de munten uit mijn zak.

‘Kijk jij even of er niemand aankomt?’, vroeg hij. Ik liep terug naar de openstaande deur en keek. Er kwam niemand aan. Ik gaf hem een duimteken en enthousiast bewoog hij zijn hand richting gleuf. Hij keek nog een keer om. Ik nog een keer richting toiletingang. Wederom een duimteken.

Toen gooide hij de eerste mark, direct gevolgd door de vereiste tweede in de gleuf. De beide munten rolden met een donderend geweld door de automaat op weg naar het muntenopvangbakje waar ze na een lijdensweg van ruim drie seconden aankwamen.

Het geluid echode in de kale toiletruimte flink na. Toen keerde de rust terug.
Ik bleef bij de ingang staan en mijn vriend bij de automaat. Fase één zat erop. Tijd voor fase twee.

Hij wenkte me want er moest nog een keus worden gemaakt. Welk doosje moest er worden aangeschaft. We keken gespannen naar de voorbeelden voor het ruitje.

We konden kiezen uit condooms met een smaakje, met aparte vormen, met verschillende kleuren en de standaardbox met drie stuks.
We kozen de laatste.

Ik liep weer terug naar mijn wachtpost, keek, stak opnieuw mijn duim op en mijn vriend drukte op de schuif.

Maakte de eerste fase al een hels kabaal, het was niets vergeleken met de herrie die de keuzeschuif maakte. Het leek alsof alle smeer die nodig was om het soepeltjes te laten lopen, was opgedroogd en vastgeroest. Het piepte en kraakte en even dacht ik dat de complete automaat van de muur zou donderen..

Mijn vriend rukte het pakje uit de la, stak het in zijn zak en snel liepen we de gelagkamer binnen. Het was er muisstil. Alle ogen waren op ons gericht en met een paar vuurrode koppen baanden we ons een weg die gevoelsmatig wel een uur duurde naar de uitgang.

Ik riep nog een beleefd “wiedersejen” en trok toen snel de deur achter mij dicht. Terwijl we de tegen de gevel geplaatste fiets pakten, klonk er van binnen een enorme lachsalvo.

Het maakte ons niet veel meer uit. De kapotjes waren binnen, de missie geslaagd.

Restte er thuis nog een zoektocht naar een leuk meisje. En dat heeft nog een flinke tijd geduurd. Zo lang zelfs dat de condooms uiteindelijk in de vuilnisbak zijn beland. Ongebruikt.

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better