‘Schat, ik heb even nagedacht.’ Ik zat aan de eetkamertafel te ontbijten samen met mijn echtgenote.

‘Jij hebt nagedacht’, antwoordde ze. ‘Je bent vroeg vandaag. En waarover heeft onze Rodin nagedacht?’
Ik keek haar aan. ‘Zo hoef je nou ook weer niet te reageren hoor.’ Ik vond dat ze er te lacherig over deed. Ik zei het.

‘Ik meen het serieus.’
‘Oké, mooi. En waar gaat het dan over?’
‘Nou, dat ik vind dat je me serieus moet nemen als ik iets zeg. Ik heb over iets nagedacht en dat wil ik met jou delen.’

‘Nou kom op dan, ik kan haast niet wachten’, ze hield haar vinger bij een regel in de krant en keek mij aan. Ik proefde iets van ongeduld. Niet omdat ze nieuwsgierig was naar mijn verhaal, maar omdat ze blijkbaar gestoord was bij het lezen van een krantenartikeltje.

‘Laat maar.’ Ik was er al klaar mee. Ik kan daar altijd zo slecht tegen. Dat je over iets nadenkt, het dan wil vertellen en dat er dan zo vreemd wordt gereageerd. Typisch zo’n ochtenddingetje waarmee de koers van de dag wordt bepaald. Dat zie je wel vaker. Het sentiment van de dag verpakt en bepaald in een dozijn woorden.

‘Ga je het nog melden? Of moet ik wachten op een persconferentie van het ministerie van sociale zaken of beter gezegd, het ministerie van oorlog. Zo ziet je gezicht er wel uit.’ Ik zag haar vinger in de krant wit worden van het harde duwen.

‘Ik heb er nog even over nagedacht, ik ga het je niet vertellen. Je mag weer verder lezen.’ Ik zei het op rustige toon. Op dit tijdstip van de dag al met een stemverheffing te spreken, is niet mijn stijl.
‘Nou ja zeg, wat is dit voor een geleuter. Bart, wat moet je nou.’ Haar ochtendstijl is wat anders. Daar zit iets van een ziekte in.

‘Ik moet niks, laat maar. Ga maar verder met de krant. Waar gaat het over?’ Ik boog iets naar voren en probeerde het artikel op zijn kop te lezen.
‘Ik zie het al, heel Holland bakt. Gaat zeker over dat jurylid, die Janny met dat marsepeinen hoofd en die steeds haar hand gebruikt als spatlap. Voor als ze eet, sorry, vreet.’

‘Bart, dit is niet leuk. Wat wilde je nou vertellen? En hou op met dat gefrusteerde geleuter want daar kan ik op dit moment van de dag slecht tegen.’
‘Ik vertel het niet want ik ben het vergeten. En als ik het me nog zou kunnen herinneren zou ik het niet vertellen. Morgenvroeg proberen we het gewoon nog een keer. Eens kijken hoe de communicatie dan verloopt. Nog koffie?’, vroeg ik terwijl ik met enige nijd de kopjes pakte.
Ze slaakte een zucht. ‘Ja doe maar.’ Ze verplaatste haar ogen naar haar vinger die het artikeltje weer vrijgaf.

‘Weet je het alweer?’, vroeg ze ietwat afwezig toen ik even later de volle kopjes op tafel zette.
‘Kan ik nu serieus met je praten?’, vroeg ik.
‘Dat kan met mij altijd.’

‘Mooi, ik wilde namelijk voorstellen dat als ik ’s morgens aan je vraag welke dag het is, je dan tegen me zegt dat ik daar zelf over moet nadenken. Dat is voor mij dé manier om scherp te blijven. Omdat ik met pensioen ben en mij het gevoel bekruipt dat ik begin af te stompen.’

‘Oké, als je dat gaat helpen’, zei ze. ‘By the way, nu je het er zo over hebt: welke dag is het eigenlijk vandaag?’

‘Lieve schat, ik heb echt geen flauw idee.’

———————————————————————–

Brompot verzamelbundel ?
www.mijnwebwinkel.nl/winkel/brompot-columns-en-korte-verhalen/

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better