‘We kunnen wel lopend boodschappen doen’, stelde mijn echtgenote voor. ‘Het is echt lekker weer.’
We moesten onze kleinkinderen “door de middag loodsen” zoals wij dat noemen. “Oppassen” is sinds ze naar school gaan “uit”. Dat doen we niet meer. Je past op een hond of op je schoonmoeder. Maar niet op schoolgaande kleinkinderen. Maar goed, het ging over de boodschappen.

Mijn echtgenote vond het wel een goed plan om vanuit de Doetinchemse “drevenbuurt” naar de Appie op de Bongerd te lopen. Ik vond het een melding om toch even van te schrikken. Ik opende dan ook meteen mijn routeappje op de mobiel om te bepalen hoe groot deze afstand was en hoeveel tijd ermee gemoeid zou zijn. Ik wilde graag vóór donker weer thuis zijn. Ik schatte in dat het ging lukken.
‘We lopen achter bij de Coop langs en dan zo tussendoor.’ Zij had het idee dat het de kortste route was. Ik niet want ik had net dat appje gezien.

‘Nee hoor, je kunt sneller achter het integraal kindcentrum langs, tunneltje door en dan naar de Bongerd.’
‘Integraal kindcentrum?’ Ze keek me vragend aan. ‘Ja, zo noemen ze tegenwoordig toch de lagere school?’ Ik had het zelf gelezen.
‘Je bedoelt de basisschool. De lagere school is nog iets van vóór de oorlog.’  ‘Zo oud ben ik nou ook weer niet’, zei ik. 

‘Ja oma, opa heeft gelijk. Door het tunneltje en dan lopen we langs de skatebaan’, riep de oudste. ‘Dan ga ik op de step.’
‘Ja, langs de skatebaan’, riep “spuit elf” of te wel de jongste van de twee die ook nog wat ondersteunende modder spoot. ‘Dan ga ik op de fiets’, zei hij.
‘We lopen wel om hoor’, hoorde ik vanuit het deelnemersveld. Vrouwen hebben altijd het laatste woord en dat wordt dan zo gebezigd dat het later ook andersom en tegen je gebruikt kan worden. Normaal hou ik dan maar mijn mond. Maar nu was ik zo overtuigd dat ik weerwoord gaf.
‘Dat is niet zo, dit is korter.’ Ik wist het zeker. Mijn vertrouwen in de app was echt grenzeloos.

Vijf minuten later waren we op pad. Onze kleinkinderen op hun hulpmiddel, mijn vrouw met een omgekeerde boodschappenrollator achter zich aan sleurend en ik met mijn handen op mijn rug en mobiel in mijn zak.

‘Terug lopen we anders’, pufte mijn echtgenote toen we na een half uurtje de voorlopige eindbestemming hadden bereikt. Ik keek op mijn horloge.
‘Ach ja, dat kan nog wel, het is nog vroeg.’
‘Dat kan makkelijk. Het is namelijk veel korter.’
‘Daar gaan we weer’, bromde ik.

Na een boodschappentochtje door de Appie en een korte pauze op een bankje vóór het bonuskaarteninstituut, vingen we de terugtocht aan. Mijn echtgenote was nu een stuk spraakzamer dan op de heenweg. Dat heeft Max Verstappen ook als hij de overwinning ruikt, bedacht ik mij.
‘Zo, en dan gaan we hier het park in, en dan aan het eind de bruggetjes over en dan meteen links af.’ Ik keek op mijn horloge en ik zag haar genieten. ‘Gaat goed hè?’, zei ze met een knipoog. Ik knipoogde terug. Waarom weet ik niet meer maar ik deed het.

Kort daarna stonden we strak voor de Coop.
‘Ik moet nog even naar binnen, ben melk vergeten.’ Ze parkeerde de boodschappenkar en liep naar binnen.
Ik greep mijn mobiel en keek naar de stiekem ingeschakelde stopwatch die ik nu eigenlijk stop moest zetten.
‘Wat doe je opa?’, vroeg de oudste wijsneus.
‘Opa kijkt naar de tijd.’ Ik stelde vervolgens vast dat we sneller waren dan op de heenweg. Ik liet hem toch maar doorlopen. Het was voor een goede zaak.

Toen we wat later de eindbestemming bereikten, pakte ik wederom mijn mobiel.
‘Nou, korter, het maakt eigenlijk niks uit.’ Ik zei het met een overdreven lachje.
‘Heb jij het ook bijgehouden?’, vroeg ze.
‘Ook?’, blaatte ik.
‘Ja, ik heb de stopwatch gebruikt op mijn mobiel. Hardstikke nauwkeurig.’
‘Opa ook!’ Ik hoorde een stem uit de kinderkamer.
‘En?’, vroeg ze.

Ik heb mijn uitslag omwille van de vrede snel op nul gedrukt en ongeldig verklaard.

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better