‘Opa, wat zit er die doos?’ Mijn kleinzoon wees naar een plastic doos waar ooit een slaatje in had gezeten en nadat het was uitgelikt en afgewassen een nieuwe bestemming had gekregen als handig opbergmiddel ter vanging van een versleten kartonnen doos met Meccano.

Meccano is metalen kinderspeelgoed uit de vorige eeuw waarmee je als kind zelf allerlei technische dingen kon bouwen.

‘Daar zitten ijzeren dingen in waarmee je iets kunt bouwen’, legde ik sumier uit. We moesten met vier kinderen de onderwijsstakingsdag zien te overbruggen en eigenlijk stond dit soort priegelwerk niet op de dag-rol.
Twintig seconden later stond de doos op tafel. Enerzijds omdat mijn kleinzoon zich niet liet afschepen met een voor hem onbegrijpelijk argument en anderzijds omdat ik wel heel nieuwsgierig was naar mijn eigen verleden. Het deksel ging eraf.

‘Opa, wat mooi!’, riep hij enthousiast.

‘Ja hè’, zei ik al slikkend. In gedachten zag ik mijzelf na een intensieve sinterklaasavond rond de jaren zestig vorige eeuw aan onze met een formicablad uitgeruste tafel zitten. Het met rode wol geknoopte tafelkleed was door mijn moeder weggehaald en ik had de complete doos Meccano op tafel omgekeerd. Het lag er  bezaaid met schroefjes, moertjes, groene en rode ijzeren plaatjes, wielen, stangetjes… kortom een enorme uitstalling aan technische bouwmaterialen…
‘Hoe moet dat dan opa?’, vroeg hij. Ondertussen was ook bengel nummer twee aangeschoven.
‘Hoe moet dat opa?’
Tja, zoveel verzoeken om uitleg kun je niet negeren. De jongste twee vermaakten zich ondertussen prima in de neergeplante speeltent zodat ik wel even wat Meccano-uitleg kon geven aan de twee boys.
‘Kijk mannen, dan steek je dit stangetje door de gaatjes van dit plaatje, drukt er een wiel op en draai je dit schroefje met een schoevendraaier aan totdat die vast zit. Probeer maar.’ Ze gingen nu aan de gang en ik maakte aanstalten om de werkplaats te verlaten.
‘Opa, het lukt niet.’
‘Nee opa, het lukt niet.’
Tja, dan nog maar een keer voordoen. Samen met de techneuten-in-spé bouwden we een auto in elkaar. Tenminste, een plaat met vier wielen en een hoge stang wat wel iets weghad van een hijskraan. Helaas waren de heren nog niet helemaal tevreden met het ontwerp. Ik gaf ze nu allebei een schroevendraaier waarna de auto weer werd gesloopt.
‘Gaat het goed hier?’, vroeg mij echtgenote.
‘Ja hoor oma, we bouwen een auto van ijzer.’
‘En hoe gaat het met die andere twee?’, vroeg ze vervolgens.
‘Gaat prima, ze zitten nog steeds in de tent. Ze spelen met poppen. Er ligt een pop op sterven en ze hebben de complete medische speelgereedschapskist naar binnen gesleept om pop te reanimeren.’
‘Mooi’, zei ze.
‘En hoe gaat het met jou?’
‘Ik voel geen werkdruk’, zei ik met een cynisch lachje.
Ze stak haar tong uit.
‘Ik ga zo boodschappen doen. Hou jij de boel in de gaten? Moet ik die twee medisch specialisten meenemen?’
Ik keek naar de tent. ‘Nee joh, ze spelen lief. Laat ze maar.’
Ze vertrok en ik verdiepte me weer in het ontwerp van een nieuwe auto. De twee mannekes keken geboeid toe, schoefden hier en daar op aanwijzing een schroefje vast en langzaam maar zeker verrees er een auto die wat weg had van een kruising tussen een T-ford en een Lada. De T-ford vanwege het model, de Lada vanwege het instortingsgevaar.
Toch voelde ik enige trots en bleef met het puntje van mijn tong uit mijn mond mijn best doen om het steeds een beetje op te leuken. 
Ik probeerde er nu ook nog een motortje op de bouwen zodat hij uit zichzelf kon rijden. Dat scheelde mankracht.
‘Ik moet plassen’, riep een monteur en verdween van de werkbank.
‘Ik ook’, hoorde ik de tweede monteur vanuit de verte.
Het was best nog een hele klus om de motor in te bouwen. Eerst maar weer de motorkap van de Lada afgeschroeft. Nieuwe beugeltjes geplaatst, schroefjes erin, moertjes erop, motor op zijn plaats en kapje er weer op. Testen. Niet goed. Kapje er weer af, ander beugeltje, ander wieltje, moertjes vast. Ik moest erkennen dat het niet zo gemakkelijk was.
Tja, toen de bodemplaat eraf gehaald nadat ik eerst de motorkap had gedemonteerd. Mijn vingers waren eigenlijk iets te dik voor het friemelwerk…
Toen werd de gangdeur opengegooid en verscheen een briesende oma in beeld.
‘Ik dacht dat je op zou passen!’, riep ze boos.
‘Ja, dat doe ik ook. De monteurs moesten plassen en die anderen spelen heel lief in de tent. Ze vermaken zich prima.’
‘Ja, inderdaad, ze vermaken zich prima. Bart, al onze vier kleinkinderen lopen zonder jas en op hun sokken buiten in de regen.’
Ik heb de auto door de monteurs laten slopen en me er verder niet meer mee bemoeid.
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better