‘Zullen we hier dan maar even gaan zitten ?’, stelde ik mijn echtgenote voor. Ik wachte het antwoord niet af, liep het betegelde paadje op en nam plaats op het bankje aan het oude-ijsselhaventje wat recent door de gemeente moest zijn geplaatst.

‘Is dat wel veilig ?’, vroeg ze, wijzend op een laagje geel zand wat rond de twee zwart geschilderde stalen poten uit moeder aarde kruimelde.

‘Stevig als een huis’, zei ik nadat ik als test wat heen en weer had geschud. Ze knikte goedkeurend en nam naast mij plaats.

‘Goed plan van de gemeente’.
‘Wat bedoel je ?’, vroeg ze.
‘Dat ze hier een bankje hebben geplaatst’.
‘Ja, inderdaad een goed plan. Het is prachtig hier’.
‘En ook nog op een handige plek, zo op de route’.

‘Ja, echt handig, zeker voor jou’.
‘Hoezo voor mij ?’, vroeg ik.
‘Nou ja, ik merk aan jou dat je af en toe moeite hebt om naar de stad te lopen’.
‘Wie, ik ?’.
‘Ja, jij. Dat is toch zo ?’.
‘Ik niet hoor. Ik weet niet wat je hiermee wilt zeggen’.
‘Nou ja, Bart, laten we eerlijk zijn’.
‘Ja, laten we eerlijk zijn. Jij had het toch over “effe zitten”, of ben ik nou gek’.
‘Effe zitten voor jou’.
‘Wat een onzin zeg’.
‘Onzin ? Je bent het alweer vergeten. Je loopt hier op de weg en roept “effe zitten”‘.
‘Dat zei ik juist voor jou’, zei ik.
‘Laat maar’, reageerde ze.
‘Hoezo ? ‘, vroeg ik. Ik wilde het er nog even over hebben.

‘Joh, ik heb geen zin in discussie over zo’n dom onderwerp. Trouwens, ik heb binnenkort een paar nieuwe wandelschoenen nodig’.
‘O ?, je hebt toch nog een paar in de berging staan ?’.
‘Heb je die al eens goed bekeken ?’, vroeg ze ietwat geïrriteerd. Vermoedelijk vanwege mijn bemoeienis.

En nee, natuurlijk had ik ze niet bekeken. Ik ga echt niet elk paar schoenen onderzoeken of ze al dan niet vervangen moeten worden. Ik zei het.

‘Nee, wat is daar dan mee ? ‘.
‘Zolen versleten. Ik loop helemaal scheef’.
‘Oké, en een paar nieuwe zolen ?’.
‘Dat helpt niet’.
‘Snap ik niet’.
‘Ze zijn ook helemaal uitgelopen. Daar wordt je doodmoe van in je voeten’.
‘Dan moet je nieuwe kopen’, vond ik.
‘Deze zijn trouwens ook niet best meer’. Ze zette haar voeten tegen elkaar en keek naar beneden. ‘Zie maar’, nodigde ze uit.

Ik keek, maar ontdekte niks bijzonders.

‘Ik zie niks. Wat is er dan mee ?’, vroeg ik.
‘Ze gapen aan de zijkant. Daar heb ik geen stevigheid meer van’.
‘En dan krijg je vermoeide voeten’, vulde ik aan. Ik had het net geleerd.
‘Ja, zoiets’.

We bleven nog een minuutje of drie stilletjes zitten.

‘Ik krijg pijn in mijn kont van die stalen bank’, zei ze.
‘We gaan’, besloot ik terwijl ik opstond. Even later liepen we weer.

‘Toch een mooi bankje’, vond ik.
‘Ja, handig. Kun je effe zitten’.

Ik keek haar aan en lachte. ‘Voor als je vermoeide voeten hebt, zoals je daarstraks had’.
‘Precies’, zei ze.

Tja….

Bart

Copyright Brompot juli 2017

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better