‘Je kunt goed merken dat we elk jaar minder kerstkaartjes krijgen’, merkte mijn echtgenote op terwijl ze de kaarten aan een lintje prikte wat als een sliert aan de kastdeur hing.
‘We hebben sinds mijn pensioen minder vrienden’, stelde ik vast. ‘Onzin Bart, de mensen zijn erachter gekomen dat zo’n kaartje eigenlijk weinig meer toevoegt. Je hebt tegenwoordig de sociale media en dat maakt kaartjes overbodig.’
‘Nou, laat je moeder dat maar niet horen.’
‘Hoezo?’, vroeg ze.
‘Die begint in het voorjaar op de camping al kerstkaarten te borduren. Dan heeft ze niks meer te doen en wordt ze ondeugend.’
‘Bart, alsjeblieft. Laat ze toch.’
‘Ja, dat bedoel ik dus. Maar ik denk dat ze bij de post blij zullen zijn als ze ermee zou stoppen.’
‘Hoezo ?’, vroeg ze.
‘Sorteermachines lopen vast op dat borduurgaren.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Jij hebt ook altijd wat.’
‘Maar als je het over de duivel hebt… De postbode.’ Ik hoorde de brievenbus klepperen. Ze liep de hal in en keerde even later terug gewapend met een rode envellop.
‘Kerstkaart’, riep ze terwijl ze er triomfantelijk mee zwaaide. Ik zag hem en ontdekte een gedrukte witte tekst op de achterkant. ‘Reclame’, stelde ik vast.’
‘Kerstkaart, van de postcodeloterij.’ Ze draaide hem een keer in haar hand, pakte een speld en wilde hem aan het lintje prikken.
‘Laat eens kijken?’, vroeg ik.
‘Je mag kijken maar je onthoudt je van commentaar.’ Ze kent mij.
Ik kreeg hem aangereikt en keek nu recht in het gezicht van een achttal BN-ers die ons onvergetelijke feestdagen wensten. Daarnaast een plaatje van het getal 53,9 miljoen en op een los papiertje nog de heuglijke mededeling van Quinty Trustfull dat we speciaal waren geselecteerd voor het ontvangen van een kerstbonus. Ik hoefde alleen nog maar ter hoogte van bovenbenen een kanjercode weg te krassen en dan konden we met een extra lot meespelen. Uiteraard na betaling want de loterijpijp moet roken.

‘Je wilde dat kaartje toch niet ophangen?’, vroeg ik.
‘Hoezo niet? Is toch leuk? En ik doe het voor jou.
‘Voor mij?’, ik was hogelijk verbaasd. ‘Ja, dan kun je je komende dagen lekker ergeren. Scheelt een reis naar de klaagmuur.’ Ik vond het niet grappig.

Ik keek nog eens naar het achtkoppig monster op de voorkant van de kaart: Quinty, Winston, Carolien, Martijn, Gaston, Nicolette, Umberto, Ruud…. Ruud? Ruud Gullit? Wat doet Gullit bij de postcodeloterij… En wat moet Umberto Tan….
Plotseling had ik hem door.

‘Schat, die 53,9 miljoen slaat vast niet op de prijzenpot, maar is het gezamenlijk jaarinkomen van deze pretletters.’

Het kaartje hangt niet aan het lint. Het ligt in de oud papierbak naast Quinty. Ik heb haar niet meer opengekrast.

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better