‘Heb jij die jankende kat vannacht ook gehoord?’, vroeg mijn echtgenote.
‘Nee, helaas. Ik lag aan de Spaanse Costa. Was het leuk?’ Ze keek me met een allesdodende blik aan.
‘Nee, natuurlijk niet. Het was volgens mij die rooie kater van de overkant.’
‘Ken ik niet. Hoe ziet ie eruit?’
‘Zwart met witte stippen. Bart, kun je even serieus zijn?’

‘Ik bén serieus. Ik lees namelijk de krant. Een artikel over de gemeenteraadsverkiezingen.’
‘Ik word helemaal gek van die klotekat. Doe al nachten geen oog meer dicht.’ Ze klonk radeloos.
‘Ga met zijn ouders in gesprek. Of koop een mud aardappels.’ Ik wist dat nog van vroeger. Mijn vader bekogelde jankende katten ’s nachts altijd met bintjes.
‘Om te gooien zeker’, zei ze. Ze kende het trucje blijkbaar ook. ‘Dat doen alleen dierenbeulen’, riep ze verontwaardigd.
‘Tja, zanik dan niet over die kat.’

‘Als ik maar zeker weet van wie die is. Dan ga ik even langs.’
‘Om wat te doen?’
‘Nou ja, vragen of ze hem binnen willen houden. Dat helpt beter dan bintjes smijten.’
‘Eigenheimers werken trouwens ook.’ Ik vond mezelf wel grappig voor dit vroege uur van de dag.
‘Goh wat ben je weer grappig op dit vroege uur.’  Wat waren we het weer eens concludeerde ik.

‘De stadspartij wil iets tegen hondenstront doen.’ Ik lashet en vond het wel passen binnen de kattendiscussie.
‘Laat ze maar wat aan die jankende katten doen.’
‘Ik zal me even door de partijprogramma’s worstelen. Wat verwacht je? Een kattenvanger? losloopverbod? invoer kattenbelasting?’
‘Wat dacht je van een partij die gaat voor de rust? Daar zou ik meteen op stemmen.’

Ik dacht even na. ‘Dan zou je met je potlootje de ChristenUnie rood moeten maken. Volgens die Gertjan Segers gaat deze partij voor de rust.’
‘Die gaan alleen maar voor de zondagsrust’, wist ze.

‘Nou ja, dan kun je in ieder geval één nachtje per week lekker bijslapen.’

Bart 

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better