‘Zo, de boel aan het schoonmaken?’, vroeg een passerende buurtgenote. Bert was op de oprit de auto aan het wassen.
‘Ja, dat moet af en toe gebeuren hè. Hij is zó smerig.’
‘Toch valt het niet zo erg op’, vond ze.
‘Nee, dat komt door de kleur. Onze vorige was zwart, die kon ik elke dag wel in het sop zetten!’ Hij bukte zich en drukte de spons in de emmer.
‘Hebben jullie regen gehad tijdens de vakantie?’, vroeg ze.
‘Nee, hoezo? O, je bedoelt de smerige auto. Nee, ik reed van de week hierachter langs het weiland. En daar was de rijbaan kletsnat omdat de boer zijn sproeiinstallatie te dicht op de weg had staan. Ik reed er doorheen. En toen al dat opwaaiende stof van een eindje verder.’
‘Ja, dan wil het wel’, vond ze.
‘Hoe is het trouwens met Jan?’ Alweer aan het werk?’, vroeg Bert.
‘Nee, hij heeft geen haast. Het is hem te warm.’
‘Ja, het is wel warm hè? Ik zei nog tegen Truus: laat ik de auto vanochtend maar wassen. Vanmiddag in die zon.’
‘Dat kun je beter niet doen’, zei ze.
‘Nee, inderdaad. Zo, dus jouw Jan zit nog thuis.’
‘Ja, die maakt zich niet zo druk. Hij hangt een beetje voor de TV, af en toe sukkelt hij in slaap… Die hitte hè.’
‘Ik probeer toch in beweging te blijven. Anders word je zó lui!’, vond Bert.

‘Ha El’, klonk de stem van Truus. Ze kwam naar buiten gewandeld met een bak koffie in haar hand.
‘Morgen Truus. Nu is wel het lekker hè, qua weer. Vanmiddag wordt het weer te warm.’
‘Ja, ik zei vanmorgen tegen Bert: ga eens wat ondernemen. Je valt om van lamlendigheid.’ Ze slurpte aan haar koffie.
‘Een mens heeft toch ook helemaal geen zin om iets te ondernemen?’, blaatte El.
‘Nou, ik wel hoor. Dat geklaag over een beetje warmte. Laten we blij zijn met deze zomer. Hoe is het met Jan?’
‘Wel goed, hij knapt weer aardig op. Hij was behoorlijk verkouden. Hij loopt nog wel in de ziektewet.’
‘Bert, hier zit nog een vlek.’ Truus wees naar de motorkap.
‘Jan gaat altijd naar de wasstraat.’
‘Ik had niet anders verwacht’, riep Truus.
‘Mijn Jan is heel principieel in dit soort zaken.’
‘Dat zou ik ook roepen’, lachte Bert.
‘Ja, het is volgens hem beter voor het millieu.’
‘Dat denk ik ook’, zei Truus. ‘Als al dat opgespaarde luie zweet eenmaal begint te stromen, dan heb je inderdaad een milieuramp van ongekende omvang.’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better