‘Er valt iets uit uw zak’, zei ze. “Ze” was de kassajuf van de Hema.
‘O?’, zei ik en keek om me heen. ‘Ik zie niks liggen.’
‘Jawel, ik zag het duidelijk. Er vloog iets door de lucht.’
‘Oké, door de lucht. Waar naartoe dan?’ Ik stak mijn handen in mijn beide jaszakken en voelde of ik iets miste. Ik trok zelfs de voering naar buiten.
‘Ziet u, niks’, zei ik terwijl ik aan de naar buiten hangende stukjes jaszakvoering plukte. 
‘Nee, dat klopt want wat er in uw zak zat, is eruit gevlogen.’ Ze lachte.
‘Maar waar naartoe dan?’ Ik keek nogmaals om me heen. Ze kwam nu achter haar kassa vandaan en keek ook zoekend naar de grond.
‘Dan moet het onder het meubel zijn gevlogen’, merkte ze op. Ze zakte door haar knieën en speurde op een halve meter hoogte over de vloer. Ik zakte ook waarna we samen een inspectietochtje over de Hemavloer maakten.

‘Ik zie niks hoor’, zei ik. 
‘Nee, vreemd. Ik weet zeker dat er iets viel.’ Ze was overtuigd.
De kassadame zakte nu op de grond. Ik zakte uit solidariteit ook nog een standje mee en gezamelijk speurden we het getroffen gebied af.
‘Ik geef het op.’ Ze stond op en klopte wat pluisjes van haar knieën. ‘
‘Ik ook’, zei ik. Het kostte me enige moeite om overeind te komen en leunde op het kassameubel toen mijn oog op een rekje naast de kassa viel. Ik zag iets groens wat niet in de Hema thuishoorde. Ik bukte me en pakte het.
‘Gevonden!’, riep ik enthousiast en hield het triomfantelijk hoog.
‘Een snoeppapiertje van een hoestbonbonnetje van de Aldi.’
‘Nou, kijk, en die is van u?’ Ook zij was enthousiast. Samen bekeken we de verpakking.
Ik dacht ondertussen na over het moment dat ik het in mijn zak had gestopt. Toen wist ik het.
‘Ik had vorige week een crematie. En toen heb ik een bonbonnetje genomen. Ik was wat hoesterig.’
‘Dan heb ik het toch goed gezien hè?’, zei ze. 
‘Ja, inderdaad. Het moet uit mijn zak zijn gefladderd toen ik mijn hand eruit trok om mijn portemonnee uit mijn achterzak te trekken.’
‘Goh, mooi dat het is opgelost.’ Ze stak haar duim op. 
‘Ja, ik ben blij toe want je weet maar nooit.’
‘U mag het wel aan mij geven hoor, dan gooi ik het hier weg.’
Ik dacht even na en nam toen een besluit. ‘Ik hou het toch nog even bij mij. Ter nagedachtenis.’
‘Tja, daar kan ik me iets bij voorstellen. Een crematie heeft altijd impact.’ Ze zei het op een mooie, gevoelige toon.
Ik moest lachen. ‘Het heeft niets met de crematie te maken hoor. Dat was maar een verplicht nummertje.
‘O’, zei ze.
‘Ik bewaar hem ter nagedachtenis aan het bijzondere moment dat ik op zaterdagmiddag in de Hema samen met een caissière op mijn knieën heb gelegen.’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better