We stonden “midden jaren negentig vorige eeuw” op een Hollandse camping-enclave in het centrum van de Franse Jura. In Chatillon om precies te zijn.
Ze kwam daar met een ietwat chagerijnig gezicht de camping opgewandeld: een blonde dame, gestoken in een rood shirtje en blauw rokje. Haar lange benen staken als witte berkenboompjes vanonder het niet al te lang stukje stof en eindigden in een paar witte klompschoenen. In haar rechterhand hield ze een fors leren hondenriem waar aan het eind iets van een dwerkteckel tussen het hoge gras bezig was een nekhernia te ontwikkelen. Aan haar linkerkant bungelde een rugtas losjes om haar schouder. Ik had het vermoeden dat ze alleen was, want haar kielzog bleef leeg.
‘Dat mens is alleen’, zei ik tegen mijn echtgenote.
‘Welk mens?’ Ze stak haar hoofd naar buiten.
‘Die vrouw daar.’ Ik wees.
‘Wil jij zodadelijk voor mij de aardappelen even afgieten?’, hoorde ik in de verte de caravan vragen.
‘Ik hoop niet dat ze naast ons komt staan. Met die hond bedoel ik.’
‘Wat is er mis mee?’, vroeg mijn echtgenote die inmiddels nieuwsgierig het kasteel had verlaten.
‘Nou ja, hoe kleiner de hond, hoe groter de mond. De hele dag dat gekef naast je.’
‘Onzin’, vond ze.
‘Joop aan de overkant heeft haar ook in beeld. Zijn ogen vallen uit zijn kassen.’
‘De macho’, vond ze.
‘Nou ja, die zit met een oervelende Toos in de caravan.’
‘Ze zoekt een plek.’
‘Ja, dat zei ik.’
‘En er is nog plaats.’
‘Kijk, ze staat nu bij die plek van Jan. Daar moet je niet gaan staan, dame. Daar sta je zo scheef als een….’
‘Ik wil het niet horen’, onderbrak ze me.
‘O, ze loopt nu weer terug. Ik denk toch dat ze daar gaat staan.’
‘Hmmm zou kunnen. Ik denk dat ze haar auto ophaalt.’ Ik zag haar naar het kantoortje lopen.

‘Ga je haar helpen, Bart?’, vroeg mijn buurman.
‘Bart gaat aardappels afgieten en daarna de tafel dekken’, hoorde ik naast mij.
‘Jaja’, lachte hij en liep naar boven.
Toen hij tien minuten later terugkwam bleef hij even staan. ‘Je hoeft haar niet te helpen.’
‘O?’, vroeg ik. ‘Vertel!’
‘Ze is weer vertrokken.’
‘Vond ze het niet leuk hier?’, vroeg mijn echtgenote.

‘Volgens de campingbaas was ze van Duitse komaf en wilde absoluut niet naast een Hollander staan.’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better