‘Bart, er loopt iemand naar onze voordeur. Doe jij even open?’, riep mijn echtgenote vanuit de keuken.

‘Hij heeft nog niet gebeld, toch?’
‘Nee, maar dat gaat hij zo doen! Toe nou even.’ 
‘Het is een onbekende’, meldde ik nog terwijl ik naar de voordeur liep. 
‘Morgen meneer, wat heeft u in de aanbieding?’, vroeg ik in de deuropening.
‘Morgen, mijn naam is Harkema. Ik ben van bouw en woningtoezicht van de gemeente.’
‘Wat komt u verkopen?’
‘Ik verkoop niks. Ik wil graag uw vergunning zien.’
‘Vergunning? U bedoelt een trouwboekje? Ik hou er maar één vrouw op na hoor.’
‘Mag ik misschien even binnenkomen?’, vroeg hij met een ambtelijke norsheid.
‘Nee, dat mag u niet. Trouwens over wat voor een vergunning gaat het?’
‘Bouwvergunning. Volgens ingewijden bent u bezig met de bouw van een schuilkelder.’
‘Schuilkelder? Ik?’
‘Ja, die meldingen komen uit de buurt.’
‘WIJ hebben dus géén vergunning’, ging hij onverstoorbaar verder terwijl hij iets in een boekje schreef.
‘Dat meent u niet!’, riep ik quasi ontzet. ‘Dat is toch ook toevallig.’
Hij keek op. ‘Wat bedoelt u?’
‘Nou ja, U heeft geen vergunning en ik bouw helemaal geen schuilkelder. Tikt u het verder af met de klagers? Of moet ik zelf roepen dat het 1 April is?’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better