‘Ohhh, ruik eens, Truus! Volgens mij zijn ze aan het gieren’, riep Bert.

‘Ik ruik niks.’

‘Hoezo “ik ruik niks”?!! Je klaagt altijd steen en been als ik thuis op de pot zit.’

‘Neem me niet kwalijk Jansen, dat is toch heel wat anders.’

‘Wat is er anders? Ik ruik weinig verschil.’

‘Dit is cultuur. Je snuift de geurcharmes van het kamperen bij de boer.’

‘O, mooi is dat. En hoe zit het dan met mijn charmes?’

‘Die spoel je Godzijdank door.’

‘Ik vind het vreselijk stinken’, vond Bert. Ik ga voor de zekerheid het toilet legen.’

‘Hé Jansen, heb je in de caravan zitten bouten of zo?’, vroeg buurman Koos toen Bert gewapend met de toiletcassette voorbij liep. Ze zaten aan het ontbijt.

‘Hoezo?’

‘Je stinkt hier de camping af. Wat heb je gisteren gegeten man?’

‘Bietjes’, lachte Bert.

‘Die cassette meurt echt.’

‘Dat kan niet Koos, hij is luchtdicht afgesloten.’ Bert schudde hem heen en weer. ‘Zie je, geen druppel.’

‘Loop nou maar door met dat ding, we zitten te ontbijten.’

‘Ja, dat ruik ik.’

‘Wat ruik je dan?’

‘Er hangt hier iets van een gierend luchtje.’

‘Er mankeert niks aan ons ontbijtje.’ Riekje bemoeide zich er nu ook mee.

‘Ik weet het niet Riekje, toch ruikt het vreemd.’ Bert snoof een paar keer overdreven.

‘Je ruikt je bovenlip, Jansen!’, riep Koos geïrriteerd. ‘En nu opzouten!!’

‘Wie ruikt zijn bovenlip?’, vroeg Truus. Ze liep de plek van de buren op.

‘Je vent hier.’

‘Hoezo?’, vroeg ze. ‘Ben je weer bezig, Bert Jansen?’

‘Ik ben vanwege de stank op onderzoek uit gegaan en heb de bron gevonden.’

‘O, heb je de charmes van het boerenleven ontdekt?’, lachte ze.

‘Ja, die van rotte eieren.’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better