‘Zie, wat een grappig jurkje!’, riep mijn echtgenote enthousiast. We liepen op een marktje in Elne. Nou ja, liepen… Zij liep en ik sjokte. Zoiets.
‘Wat vind je er van?’, vroeg ze terwijl ze hem voor zich hield en haar been iets naar voren stak.
‘Kost die?’, vroeg ik automatisch.
‘Twaalf euro. Vind je hem leuk?’
‘Leuk? Ach, laat ik het zo zeggen: het ballenmotiefje compenseert de kleur.’
‘Twaalf euro is toch voor niks?’ Ze klonk steeds enthousiaster.
‘Ach ja’, zei ik.
‘Zou je hem kunnen passen?’, vroeg ze zich hardop af. De Franse verkoper begreep de vraag en wees op zijn roestige afgedankte Franse ME bus. Snel opende hij de achterdeur en voordat ik het in de gaten had stapte mijn echtgenote in en ging de paskamer dicht.

‘Hij past’, riep ze blij toen ze weer werd vrijgelaten.
‘Mooi, twaalf euro?’, vroeg ik nog maar eens.
‘Ja, een koopje. Echt.’ Ik vond het tamelijk verdacht. En toen ik de verkoper in zijn ongeschoren miegel keek, versterkte dat mijn gevoel. Hoe dan ook, de koop werd gesloten, ik rekende af, het ballenjurkje verdween in een plastic tasje en wij liepen verder.

‘Is hij leuk of is hij leuk’, vroeg mijn echtgenote nadat ze hem terug op de camping had aangetrokken.
‘Ja hoor, echt leuk. Vooral die gekleurde ballen zijn grappig.’
‘Ja hè, dat vond ik ook. Misschien moet ik er volgende week nóg één halen. Voor de prijs hoef ik het niet te laten.’ Ze draaide nog een keer om haar as.
‘Ik denk zelf dat de marktkoopman inmiddels ergens op Ibiza jouw geld zit te tellen’, zei ik lollig.
‘Interesseert mij niet’, lachte ze. ‘Ik sla hem zo eerst door het water en trek ik hem vanavond aan. We gingen toch uit eten?’, vroeg ze.
‘Ja hoor schat. En jij met je nieuwe ballenjurk.’

Wat later hing het stofje gezellig aan de waslijn.
‘Heb je hem binnenste-buiten hangen?’, vroeg ik.
‘Hoezo?’
‘Omdat hij zo flets lijkt’.’
‘Nee joh, hij is nog nat.’
‘Lijkt me stug met dertig graden in de zon en briesje zeven.’
Ze keek en trok hem ruw van de waslijn.
‘Is er iets?’, vroeg ik belangstellend.
‘Alle kleur is eruit en geen bal meer te bekennen.’ Ze klonk ontzet.

Mij schoot plotseling een deuntje uit mijn jeugd in gedachten. Over een hondje uit Lisse die tegen een boom stond te pissen. En van een jager. Die schoot de hond de ballen van de kont.
Ik begon met neuriën en eindigde uit volle borst:

‘Het’s laf, het is laf, maar de ballen zijn er af.’

Bart.

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better