‘Ik zou eigenlijk best een kopje koffie lusten’, zei ik tegen mijn echtgenote. 

‘Ik ook. Maar dan je moet eerst de bonen bijvullen. Er zit niet veel meer in.’
‘Niet genoeg voor twee kopjes?’
‘Misschien wel, maar dan moet je hem bij een volgende koffieronde alsnog vullen.’ Er klonk iets van een vanzelfsprekendheid.
‘Ik?’
‘Ik kook, jij doet de koffie.’ 
‘Ik doe de koffie’, mompelde ik en liep de keuken in waar ik de espressomachine aantrapte.
‘Zal je altijd zien, water is ook op.’
‘O, kijk dan meteen de lekbak na. En het bakje van de prut. Zal ook wel vol zitten.’ 
‘Zal ik hem dan meteen ook maar ontkalken?’, sneerde ik.
‘Hoezo? Brandt het lampje?’
‘Ik zie niks branden.’
‘Dan hoeft het toch niet?’, zei ze.
‘Weet ik veel. Jij bent de manager.’
‘Doe effe normaal, Bart. Brandt het lampje of brandt hij niet?’
‘Ik zei net al dat ik niets zie branden.’
‘Dan hoeft het niet.’
‘Mooi. Staan de kopjes soms in de afwasmachine?’
‘Ja, maar die is nog niet aan geweest. Moet je schone uit de kast pakken.’
‘Lieve schat, er staan geen kopjes meer in de kast.’ 
‘Dan moet je er twee uit de afwasmachine halen en even met de hand afwassen.’ Ik slaakte een diepe zucht.
‘Bij nader inzien heb ik toch geen zin in koffie. Wijntje?’, stelde ik voor. 
‘Ook goed, maar dan moet je eerst een fles uit de garage halen. En als je glazen zoekt, die staan in de afwasmachine. Naast de kopjes…’
Bart 

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better