‘Ik heb geen stroom’, riep ze vanuit de caravan.

‘Ik ook niet’, antwoordde ik vanuit de stoel. Ik was net met de krant begonnen.
‘Hoezo jij niet? Je hebt daar helemaal geen stroom!’
‘Klopt. Dat zei ik toch!’
‘Wil je even kijken dan? Ik denk dat de stop eruit ligt.’
‘Je bedoelt de zekering? Een stop zit thuis in het bad.’
‘Weet ik veel hoe dat kloteding heet. Ik heb geen stroom. En opschieten want de koelkast ontdooit.’
Ik liep met grote passen naar de kast waar ik de blauwe eurostekker in had gestoken en controleerde de zekering.
‘Is niks mis mee. Hij moet het doen.’
‘Hij doet het niet.’
‘Ik zal de kabel wel even nalopen. Misschien zit er een kink in?’
‘Een kink? Lijkt mij sterk. Die kabel ligt al een week stilletjes te liggen. Of hij moet kramp hebben gekregen.’
‘Moet je nou stroom of niet?’, vroeg ik ietwat gepikeerd.
‘Nou, zoek die kink dan op.’ 
Ik pakte de kabel en volgde hem tot aan de caravan.
‘Geen kink. Hij moet het doen.’
‘Bart, hij doet het niet! Een kink!! Man….’ Ze drukte overdeven op de buitenlampschakelaar. 
‘Dood. Helemaal niks. Loop anders naar de receptie. Of, misschien nóg beter: vraag de buren.’
‘Dat is een Pool’, zei ik. 
‘Nou en? Die gebruiken ook stroom.’
‘Hoe leg ik dat uit?’
‘Simpel: Morgen buurman, heb jij wel stroom?’ 
‘Dat begrijpt hij vast niet.’ 
‘Nou en?’, riep ze. ‘Jij toch ook niet?’
Bart
 

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better