‘Wat ben ik toch blij dat ik op deze wereld leef’, riep ik al gapend vanaf de rand van het bed.

‘Deze wereld?’, vroeg mijn echtgenote vanaf haar kant. ‘Heb jij nog een andere?’
‘Nou, ik ben een minuutje geleden teruggekeerd uit de droomwereld.’
‘En? Beviel het verblijf?’, wilde ze weten.
‘Deels’, vond ik.
‘Oké. Deels. En wat was er leuk?’
‘Ik ben een oud schoolvriendinnetje tegen het lijf gelopen. Ene Liesje.’
‘Goh.’
‘Ja, inderdaad “Goh”. Ik was vroeger tot over mijn oren. Zo lief, zo leuk, zo knap.’ 
Ik moest er van zuchten.
‘Dus je hebt je vermaakt?’, vroeg ze.
‘Wat heet. Ik heb me meer dan vermaakt. We zijn samen naar een pretpark geweest.’
‘Wat leuk! De Efteling?’ 
‘Nee, het was ergens in Siberië. De droomwereld, weet je nog?’
‘O ja, dat is ook zo. En, was het koud?’, vroeg ze.
‘Mens, het was hoogzomer. De mussen donderden van het dak.’
‘Eh… ene Liesje, ik heb je nooit over een Liesje horen praten.’
‘Liesje van Beek. Ze was zo leuk, zo lief en zo knap!’
‘Maar je bent toch blij dat je in plaats van met dat Liesje, met mij op deze wereld leeft?’, lachte ze.
‘Ja, en zeker na dat ritje door dat Syberische spookhuis.’
‘Spookhuis?’
‘Ja. Ze ging als prinses naar binnen. Maar toen we eruit kwamen zat er zo’n tandenloze russische kenau naast me, met op de achterbank zes schreeuwende kinderen en je moeder.’
Bart
Copyright Brompot columns en korte verhalen december 2020

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better