Ik liep vanochtend bij de Appie, toen ik bij het rechts-af slaan richting wijntjes-gangpad bijna mijn nek brak over zo’n blauw superhandig Appie boodschappenmandje op wieltjes met trekstang. 

De ezelin die ervoor liep was waarschijnlijk van mening dat ze de winkel privé had afgehuurd. Tenminste dat gedrag vertoonde ze. Ze reed stukjes naar voren, naar achteren, weer naar voren en dan net zolang totdat de benen van omstanders dezelfde kleur aannamen als die van het Appie-mandje. 

‘Kunt u misschien een beetje opletten wat u met uw karretje doet?’, vroeg ik vriendelijk.
‘Hoezo? Ben je blind?’ Er klonk een zware agressiviteit in haar stem.
‘O, dat zou zo maar kunnen.’
‘Heeft u iets tegen blinde mensen?’, vroeg ik verder.
‘Jij bent niet blind’, zei ze met een enorme zekerheid in haar stem. 
‘Daar ga ik niet over discussiëren, mevrouw. Ik vraag gewoon of u een beetje uit kunt kijken.’ 
‘Dat kan ik dus ook aan jou vragen.’
‘U moet dat mandje voor u uitduwen in plaats van achter u aan te trekken.’
‘Dat kan niet’, riep ze nijdig. 
Ik gaf me natuurlijk niet zomaar gewonnen.
‘Heeft u thuis gras in de tuin?’, vroeg ik.
‘Wat gaat dat jou aan?’
‘Niks, ik wil het als voorbeeld gebruiken om het uit te leggen.’
‘Wat uitleggen?’
‘Een grasmaaier moet je ook duwen. Als je eraan trekt, dan maait hij niet.
‘Wij hebben thuis een zitmaaier. En die kan zowel vóóruit als achteruit’, norste ze.
‘Aha, een zitmaaier. Dat biedt perspectief.’
‘Wat bedoel je daarmee? Met perspectief?’ De stoom kwam inmiddels uit haar oren.
‘Een simpele oplossing voor uw probleem. Appie heeft namelijk winkelwagentjes met een zitje.’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better