Ik zag hem op een bankje zitten, pal voor de plaatselijke Appie. Een manneke van een jaartje of tien. Hij viel me op vanwege het late tijdstip waarop hij daar zat. Het was half acht en dan horen in mijn optiek kinderen van deze leeftijd gewassen en gestreken -of voor de tv te hangen -of in bed te liggen.

Hij zat ineengedoken met zijn handen in de zakken van zijn licht besmeurde jas. Zijn beentjes zwaaiden beurtelings naar voren en achteren maar zijn versleten gympschoentjes raakten nét niet de keien van het plein.

Ik bleef heel even staan en vroeg mij af of hij op zijn winkelende moeder zat te wachten of dat er iets anders aan de hand was. Ik hield het bij de eerste opwelling en troostte mijzelf met de gedachte dat zijn ouders zo naar buiten zouden komen en hem vol vrolijkheid zouden meenemen naar huis. Ik keek nog één keer om en liep toen de winkel binnen.

Terwijl ik structuurloos door de winkel liep, ik had zelf een briefje gemaakt, zag ik hetzelfde manneke voorbij flitsen. Hij rende door de winkel richting de gang waar naar mijn beleving de zakken borrelvoer lagen opgeslagen om hem even later inderdaad gewapend met een zak chips de gang met de frisdrank in te zien glippen. Toen was ik hem kwijt.

Ik richtte me weer op mijn eigen klus: de eeuwige speurtocht naar de benodigde boodschappen toen ook ik de frisdrankgang inreed. Daar zag ik hem opnieuw. Hij stond voor de flesjes frisdrank en kon blijkbaar geen keus maken. Ik zag hem nu in het volle licht en ik voelde de medelijden opborrelen.

Hij zag er niet uit, stonk naar de straat en kijkend naar zijn kleding kon ik niet anders concluderen dan dat ze rijp waren voor de kliko. Het was echt een schoffie. Hij had nu een klein oranje flesje vast en las blijkbaar wat erin zat. ‘Hij gaat dus wel naar school’, zei ik tegen mijn gemoed maar die reageerde door een extra scheut medelijden in mijn emotieknobbel te spuiten.

Alsof hij in de gaten had dat ik hem bekeek, nam hij een besluit en rende met het flesje en zak chips richting kassa. Daar zag ik hem nog snel een pakje kauwgum uit een rek vissen wat hij stiekem in zijn zak stak, waarna hij voordrong in de rij bij de kassa en strak voor de kassajuf het flesje en de zak chips op de band legde. Vijf seconden later was hij weg…

Nadat ik eindelijk mijn boodschappen had afgerekend, liep ik in gedachten verzonken de winkel uit en keek uit over het plein of ik het schoffie nog ergens zag zitten. Terwijl ik rondkeek lette ik even niet goed op en werd bijna van de sokken gereden door een schim op een rammelende fiets zonder licht. Het was het boefje die verdween als een diefje in de nacht.

Bart

copyright Brompot oktober 2016

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better