Voor het eerst sinds lange tijd is het koud. Op dit moment zelfs een graadje of acht onder nul en dat is ongekend. Ik moest mijn kleinzoon van vier zelfs uitleggen wat het “uitspitten” van de auto betekende. En wat Opa precies bedoelde toen hij iets over God riep. En wie dat dan was en of hij ook de autoraam moest “pitten”. Tja, je moet tegenwoordig goed oppassen wat je allemaal zegt en dat is best lastig.

Koud dus, en als het koud is dan wil je jezelf graag warm aankleden. Een dikke trui, warme jas, muts, handschoenen en natuurlijk een paar wollige laarzen. Maar dan blijkt al snel dat je de afgelopen jaren vanwege de verdwenen winters wat al te nonchalant bent geweest in de aanschaf van winterspul. Dus dan wordt het echt tijd om even naar de stad te knorren om wat warms aan te schaffen. Begin december dus… Tja…

‘Nee meneer, onze wintercollectie is alweer uitverkocht. Ik heb natuurlijk nog wel iets, maar de leuke dingen in de gangbare maten zijn wel weg en we kunnen niks meer bijbestellen’. Ze zei het met een lach.

Ik keek het wicht aan en vroeg mij af van welke planeet zij was komen aanfladderen.

‘Wacht even juffrouw, de winter is net begonnen en u gaat mij uitleggen dat ik géén winterlaarzen meer kan krijgen?’.
‘Dat klopt’, lachte ze. ‘Ze zijn op’.
‘Aan wie heeft u die dan verkocht ?’, informeerde ik vol ongeloof. Ik kon me niet voorstellen dat er ook Siberische vluchtelingen op de Kruisberg hadden vertoeft.
‘Gewoon, aan klanten’.
‘En wanneer dan ?’. Ik voelde onmacht en boosheid opkomen.

‘Meneer, bij ons beginnen we zo rond half september met de wintercollectie. U bent aan de late kant’.
Ik slaakte een wanhopige zucht. ‘Dus u gaat me nu uitleggen dat ik half september, toen de mussen nog enthousiast van het dak pleurden, langs had moeten komen voor een paar laarzen die ik in december zou gaan gebruiken ?’. Ze lachte en knikte. ‘Inderdaad, zo gaat dat. De chocoladeletters liggen toch ook al eind augustus in de winkels ?’. Ze moest van Mars komen, stelde ik vast.

‘En wat gaat ú nu doen ?’, vroeg ik wat cynisch.
‘Hoe bedoelt u ?’.
‘U heeft blijkbaar niets meer te doen. De wintercollectie is uitverkocht en de voorjaarscollectie moet nog komen, toch ?’, stelde ik vast.
‘We hebben eerst nog de uitverkoop. Dan gaan alle niet verkochte spullen tegen korting de deur uit’.
‘Maar dat is toch hartstikke raar, de omgekeerde wereld ?’
Ze haalde lachend haar schouders op en stak haar armen hoog om ze vervolgens met een plof weer te laten zakken. ‘Ik kan er niks aan doen’, zei ze. Het wicht.

‘Juffrouw, ik begrijp dat u er niets aan kunt doen maar u zult het toch met me eens moeten zijn dat een ijsboer zijn ijs in de zomer moet verkopen. Op het moment dat er vraag naar is ? De vraag naar winterkleding is in de winter, de vraag naar zomerkleding in de zomer. Dit is toch echt flauwekul’.
Opnieuw de schoudertjes.

‘Hoe kom ik nu aan een paar fatsoenlijke laarzen ?’, vroeg ik de wanhoop nabij.
‘Hm, op internet zijn er nog meer dan genoeg te koop’, adviseerde ze.
‘Op internet ?’, opnieuw verbazing.
‘Dat gaat vast lukken’, lachte ze.

Toen ik wat later langs een paar lege etalages van failliete en opgeheven kledingzaken liep, spookte er een oud gezegde door mijn hoofd: eigen schuld, dikke bult.

Ik voelde iets van een waarheid.

Bart

Copyright Brompot december 2016

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better