‘Mag ik van u een fricandel speciaal met curry, een bamischijf en een grote patat zonder ? En ik wil het graag meenemen’.
‘Jazeker, dat was het ?’, vroeg de cafetariamedewerkster terwijl ze de bestelling op een kladblokje schreef.

‘Ja, dat was het. Hoeveel bedraagt de schade ?’.
Ze rammelde wat in de kassa, druk op de totaaltoets en er schoof een bon in mijn richting. ‘Zeven euro tien alstublieft’.

‘Kan ik pinnen ?’.
‘Jazeker’. Ze toetste iets in een los kastje en overhandigde het mij. ‘Pas onderin steken, pin toetsen en op akkoord drukken’.

Ik pakte mijn portemonnee, trok het pasje en stak het in de gleuf waarna ik mijn pin intoetste. Daarna gaf ik het kastje terug.

‘Mooi, dank u, pin-bonnetje nog hebben ?’, informeerde ze met een automatische stem.
‘Nee hoor, niet nodig’.

Ze trok het bonnetje van het rolletje, frommelde het tot een propje en mikte het in een bak onder de balie. Vervolgens scheurde ze het velletje van het kladblok en gaf dat aan de patatbakker die het in een klemmetje op de immense afzuigkap bevestigde. Ik zag drie opdrachten op de rij hangen en schatte in dat ik tijd genoeg had om de Donald Duck door te bladeren.

Ik liep naar een bankje, klapte de leesmap open en zocht tussen de bladen naar mijn lijfblad die ik ergens halverwege tegenkwam. Ik nam plaats en wilde nét gaan lezen toen een dame naast mij begon te preken.

‘Ik had eigenlijk goede voornemens’, zuchtte ze. ‘Maar ja, soms lukt dat niet’.

Ik trok slechts een glimlach. Hier zat weer typisch zo’n mens wat dan hoopte dat je zou reageren met de vraag waarom het niet zou lukken waarna ik dan de rest van mijn wachttijd kwijt zou zijn aan het één of ander zwamverhaal.

Intussen zag ik oom Dagobert Duck in zwempak op de duikplank van zijn geldpakhuis staan, klaar om een verfrissende duik te nemen in zijn geld.

‘Mijn hond is ziek en nu moet ik met spoed naar de dierenarts. Die zit van zes tot zeven. Ja, en dan heb je geen tijd om te koken’.

Ze verwachtte nu natuurlijk dat ik zou vragen wat die hond dan mankeerde. Ik zei niets want ik zag Dagobert een aanloop nemen.

‘Mevrouw, wilt u de pindasaus er overheen of apart’, informeerde de patatbakker aan mijn buurvrouw. ‘Doe maar apart’, zei ze. Ze stond op en pakte de bakjes.

Ik bekeek mijn buurvrouw van opzij. Het was er één van het type “vetklep”. Vieze vette haren, een glimmende kraag, een jas vol vlekken, een smoezelige spijkerbroek met daaronder een paar smerige laarzen. En ze stonk. Ik kon het in eerste instantie niet helemaal thuisbrengen maar het had iets weg van een schillenboer-lucht ergens diep uit de vorige eeuw. Ze prikte met een rood plastic vorkje een eerste frietje, haalde dat door de pindasaus en kletste door.

‘De arts vermoedt dat hij iets aan zijn darmen heeft. Vanmorgen heeft hij in huis gekakt en vanmiddag liet hij het opnieuw lopen. Nu heel dun, het was echt diarree, ik kreeg het ook bijna niet uit de vloerbedekking. Ik denk dat hij een darmontsteking heeft, denkt u ook niet ?’.

Mijn maag maakte wat eerste draaibewegingen.

‘Mevrouw, ik heb absoluut geen verstand van honden’, zei ik zuinig in de hoop nu klaar te zijn en richtte mijn gedachten geforceerd weer op Dagobert Duck.

‘Ik ook niet, maar als je aan de diarree bent, dan moet er toch iets aan je darmen mankeren. Mijn man heeft dat ook gehad. Ze boog zich iets in mijn richting. ‘Hij had K’, zei ze zacht. Dat is best ernstig’.

‘Vervelend voor uw man’, mompelde ik. Ik zag Dagobert nu met een sierlijke duik van de duikplank duiken.

‘Ik hoop niet dat hij nu de boel thuis heeft ondergekotst. Dat zie je vaker hé, dat zo’n zieke hond alles onderkotst’.
Mijn maag kwam opnieuw in beweging en begon nu heftig te schommelen en ik begon te zweten.

‘Ik denk dat hij ziek is geworden van de kat’, ging ze al etend verder. Vorige week heeft hij kattenstront gegeten uit de kattenbak. Ik stond te koken en zag het gebeuren… ‘. Ze smakte smerig en ze lekte wat saus op haar jas.

Mijn maag was er klaar mee en begon heftig te protesteren. Ik smeet de Donald Duck op het tafeltje en snelde naar buiten.
Terwijl ik daar stond te kokhalzen kwam ze achter mij aan.

‘U vergeet iets’, riep ze. ‘Uw bestelling is klaar’. Ze hield me een papieren tas voor.

‘Geef maar aan de hond’, riep ik. Ik had voor de komende vierentwintig uur meer dan genoeg gehad.

Bart

Copyright Brompot januari 2017

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better