‘En toen kwam ik net de bocht om en was het raak’, zei ze.

Ze zat naast me op een bankje aan het oude-ijssel-haventje. Ik zat even uit te puffen van een fietstocht en zij zocht blijkbaar aanspraak en was naast mij gaan zitten. Ze klaagde over “roekeloos fietsende jeugdpuisten die elke verkeersregel aan hun laars lappen” .

‘Veel schade ?’, informeerde ik quasi belangstellend. Ik was zo langzamerhand wel klaar met het geklaag en maakte aanstalten om verder te gaan.

‘Nou, die schade viel uiteindelijk wel mee, een krom voorspadbord en een kapotte koplamp’.
‘O, gelukkig dan maar’, zei ik kort.

‘Maar ik zat zelf wel in de kreukels’, ging ze onverstoorbaar verder. ‘Kapotte knie, hand geschaafd en een behoorlijke buil op mijn voorhoofd’. Ik keek automatisch naar het voorhoofd. Kon weinig afwijkends ontdekken.

‘Hij is inmiddels al behoorlijk geslonken’, stelde ik geruststellend vast.

‘Maar het doet nog wel zeer als ik er overheen wrijf. En mijn knie doet ook nog steeds zeer’. Ze bukte zich, pakte de rechter pijp van haar broek en trok hem hoog tot net boven de knie. Behalve een stuk kous die om haar kuit knelde, viel er weinig te zien. ‘Valt ook nog wel mee, toch ?’, zei ik.

‘De pijn meneer, het doet zeer. Binnenin is het niet goed’.
‘Is er al een foto van gemaakt ?’, vroeg ik.
‘Nee, dat vond de dokter niet nodig. Het moet met een paar weken over zijn’.
‘O dan, dan komt het vast allemaal weer goed’. Ik schoof onderhand naar voren, klaar om op te staan.
De broekspijp werd nu weer naar beneden geduwd.

‘Maar wat vindt u dan van de brutaliteit van de jeugd’, vroeg ze. ‘Het is toch ongehoord. Hij riep alleen maar “sorry” en fietste toen gewoon door’.

‘Ik vind er niks van, mevrouw. Jeugd is jeugd en dat is steeds vallen en opstaan. Daar leren ze van’, zei ik wijs.

‘Nou, maar ze hebben tegenwoordig helemaal geen manieren meer’.

Ik schoof weer naar achteren. Het werd nu interessant.
‘Mevrouw, ik weet niet hoe oud u bent, maar ik schat in dat uw haren rond het midden van de jaren zestig in de vorige eeuw wild aan het wapperen waren. Kunt u zich dat nog herinneren ?’.
Ze keek me aan.

‘Hoe bedoelt u dat ?’, vroeg ze.

‘Nooit ondeugend geweest ? Brutaal tegen vader of moeder ?’.
Ze haalde haar schouders op. ‘Nou meneer, als ik brutaal was, dan kreeg ik van mijn vader een pak op mijn duvel’, lachte ze.
‘Het doet vast nog zeer als u eraan denkt ?’, vroeg ik.
‘Ja, hahaha, inderdaad’.

‘Mooi, vooral veel aan blijven denken. Dan wens ik u behalve een fijne dag, nog veel herinneringen toe’.

Bart

Copyright Brompot mei 2017

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better