Ik had het meteen in de gaten. Ik heb daar namelijk een speciale neus voor ontwikkeld, die begint te lopen als ze mijn allergiecirkel dreigen binnen te dringen.

Het gaat over de “gezellige nederlander”.

En ik mag barsten als het niet waar is: al rijd je vijftienhonderd kilometer van huis, op elke camping tref je dit soort pretletters aan.

Het setje wat mijn reukorgaan binnensloop kwam uit friesland. Uit Sneek. Nou ja, Sneek, als ik ze goed heb verstaan kwamen ze voort uit Snits. Dat moet daar ergens in de buurt liggen.

Als waarschuwing voor hun nationalistisch gedrag hadden ze maar een vlag aan hun tentstok geknoopt. Een lap stof met blauwe banen en gegarneerd met rode hartjes. Kon je er rekening mee houden.

Om in populairiteit wat te groeien, hadden ze speciaal voor hun aanstaande activiteit een oranje shirtje aangetrokken met daarbij een passend oranje petje. Ik miste nog de tekst “wk Műnchen 1974” want zo oud was het spul al wel.

Zowel de “Mem” als de “Heit” droegen beide een klembordje onder hun arm en stroopten alle hollanders af. Doel: het opzetten van een jeux-de-boules en klaverjas competitie wat zou moeten uitgroeien tot een heus toenooi wat dan elk weekend zou worden gehouden. Hoofdprijs: een fles wijn. Troostprijs: een fles wijn. Inleg: vijf euro. Zij was van de kaarten en hij van de ballen.

Nu moet ik bekennen dat ik aan drie dingen in mijn leven een pesthekel heb. Eigenlijk vier want behalve jeux-de-boules, klaverjassen en hollandse gezelligeheid op een camping, kan ik heel slecht tegen opdringerig volk wat meent dat ik tijdens mijn vakantie behoefte zou hebben aan dit soort gedoe. Ze stonden dus op voorhand al met 4-0 achter.

‘Goedemorgen, en heeft u lekker geslapen ?’, vroeg hij terwijl hij ons terreintje op kwam lopen. Zij, twee koppen kleiner, dreutelde er achteraan.
‘Nee, niet zo best’, zei ik. Mijn echtgenote keek vol ongeloof want even daarvoor had ik de recente nachtrust nog geroemd.
Voordat ze iets kon zeggen, pakte ik opnieuw de microfoon.

‘Ik heb heel naar gedroomd’, zei ik.
‘O, dat is vervelend’, wist Mem. ‘Maar gelukkig zijn dromen bedrog’. ze lachte als een echte Camilla Parker Bowles, als een fries stamboekpaard.

‘Dromen ? Jij ?’, vroeg mijn echtgenote nog steeds vol ongeloof.

‘Ja, ik droomde dat ik werd uitgenodigd om aan een jeux-de-boules wedstrijd mee te doen’.
‘Daar heb jij toch een pesthekel aan ?’. Ze speelde het spelletje nu mee.
‘Ja, maar die organisator bleef maar doorzeuren’.

‘O, ja dat is een echt nare droom, bijna een nachtmerrie. En hoe liep het af ?’, infomeerde ze quasi ongeduldig.

‘Ik heb een compleet setje ballen bovenhands naar zijn kop gegooid en vervolgens in zijn miegel gepropt’, lachte ik terwijl ik de Heit aankeek.
‘Wat is eigenlijk het doel van uw komst ? ‘, vroeg ik verder.

Hij stamelde wat, kuchte een keer en keek toen geinteresseerd naar zijn klembord. ‘Ik ben verkeerd, ik moet bij uw buren zijn, excuus’. Hij lachte als een friese boer met kiespijn.

Ze knikten een keer en verdwenen.

De rest van de vakantie niets meer over enig toernooi gehoord.

Geweldig.

Bart

Copyright brompot juni 2017

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better