‘Opa, moest jij ook in de oorlog?’ Mijn kleinzoon bladerde naast mij door het familiealbum en had een foto van mij in legerkleding ontdekt.
‘Nee hoor, Opa was niet in de oorlog.’
‘Maar waarom moest jij dan die kleren aan?’
‘Opa was in het leger. Net zoals jij bij de padvinders. Daar heb jij toch ook een speciale blouse aan?’
Tja, leg zo’n kind maar eens uit dat je indertijd verplicht in dienst moest en dat je, zoals in mijn geval, veertien maanden lang in zo’n pakje moest lopen. Omdat men vond dat je een echte kerel moest worden om vervolgens, in geval van de vijandelijke aanval, als figurant in een oorlog te kunnen worden ingezet.
Hij zat nu de hele serie “dienstplicht” te bekijken. Inclusief de foto waarbij ik zo dronken als een tor de WC pot schoonborstelde met een tandenborstel.
‘Wat ben je daar aan het doen, Opa?’ Hij wees naar een andere foto waarop ik met een zwart geschminkt gezicht en een takkenbos op mijn hoofd, op mijn buik tussen de bosjes lag.
‘Opa moest daar liggen.’
‘Waarom dan?’
‘Dat weet Opa niet meer. Ik denk dat we verstoppertje speelden.’
‘Hahaha, ik kan jou wel zien hoor.’
Ik voelde een opkomend schaamtegevoel. Dat ik als volwassen vent aan dat soort onzin mee moest doen.

‘En hier doe je raar met de emmer.’ Ik wist meteen waar hij het over had. De ontgroening bij de “parate hap”. De keuze tussen het leegdrinken van een emmer bier of dezelfde emmer vol water over je heenkrijgen waarbij je werd geacht je armen als ruitewissers heen en weer te bewegen.

‘Opa dronk daar ranja. Dat moest van die meneer.’
‘Dat was bier Opa, geen ranja.’ Hij schaterde het uit.
‘Volgens mij niet hoor’, blaatte ik.

‘En wat moeten jullie hier doen?’, vroeg hij. Hij keek naar een foto van het appèl waarbij we op een rijtje stonden om “acht” te geven.
‘Daar werd door de meester gekeken of we er allemaal wel waren. En of de schoenen wel waren gepoetst en of we er netjes uitzagen.’
‘Hadden jullie ook een meester dan?’
‘Ja, dat is die meneer die ervoor staat. Die met dat mooie pakje aan.’

‘En hier was je een kuil aan het graven. Waarom moest dat?’
‘Dat was een kuil waar je dan in moest zitten om je te verstoppen. Zodat ze je niet konden zien als ze eraan kwamen.’
‘Alweer verstoppertje?’ vroeg hij.
‘En hier lig je in een tentje. En weer een boom op je hoofd.’
‘Ja, dat moest. Ze mochten mij niet vinden. Vandaar.’
‘En als ze je dan toch vinden?’
‘Vonden’, verbeterde ik hem. ‘Dan was je af.’

‘Net zoals tikkertje bij mij op de school?’
‘Bijna net zoals tikkertje bij jou op school, knul.’

‘Ik wil ook in de leger’, zei hij nadat hij met een zucht het album had dichtgeslagen.
Er ontwikkelde zich hier een jongensdroom vol avontuurlijk verlangen.

Misschien veiliger om het fotoalbum voorlopig maar even goed opbergen.

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better