‘Mag ik naast u komen zitten?’, vroeg Truus in de trein aan een grijzende dame. Ze zat met een handtasje op schoot bij het raam.
‘Jazeker’, zei ze. Ze greep de boodschappentas die op de zitting naast haar, en zette hem voor zich op de vloer.
‘Dank u.’ Truus nam plaats op het bankje.
‘Ook een dagje uit?’, vroeg de dame.
‘Ja, ik ga naar mijn zus in Amsterdam.’
‘O leuk, ik naar mijn dochter. Dagje bijkletsen. Is weer eens nodig.’
‘Ja hè, dat moet soms gebeuren’, lachte Truus.
‘Ze stuurt af en toe wel zo’n berichtje, maar ik praat toch liever aan tafel.’
‘Ach ja, zo bekijk ik dat ook. Altijd dat gedoe met die telefoon.’ Truus glimlachte.
‘Ja, daarom. En ik heb tijd genoeg. Ik ben toch alleen. Mijn man is vorig jaar overleden.’
‘O, ja dat zijn vervelende dingen.’
‘Valt wel mee hoor, zo gezellig was mijn Herman niet.’
‘Ja, dat kan natuurlijk ook.’
‘En bent ú alleen?’
‘O nee, mijn Bert zit thuis. Die had geen zin in zijn schoonzus. En eerlijk gezegd ik vandaag geen zin in hem. Die man bemoeit zich overal mee. Het prototype van een oud wijf’, lachte ze.
‘Mijn Herman bemoeide zich nergens mee. Het was een vervelend chagerijnig mannetje.’
‘Maar vandaag gezellig naar uw dochter. Leuk toch?’
‘Mijn dochter is precies haar vader. Ze is er alleen nog eigenwijs bij.’
‘Is uw dochter getrouwd?’, informeerde Truus.
‘Nee, niet getrouwd. Maar sinds kort heeft ze wel weer een relatie. Inmiddels nummer veertig geloof ik.’
‘Zo, dat zijn er heel wat’, lachte Truus.
‘Ja, maar het is ook een prachtige meid, daar komen er genoeg op af. Ze heeft echter één probleempje: ze houdt ze niet vast. Komt door haar karakter. Heeft ze van Herman.’
‘Ja, dat kan.’
‘Maar nu is ze zwanger. Onverwachts. Ik hoop voor haar dat ze een beetje soepeler wordt.’
‘Dat hoor je wel vaker’, wist Truus. ‘Dat het karakter in positieve zin wat verandert.’
‘Ze is gewoon onvoorzichtig geweest. Ik heb haar al zo vaak gewaarschuwd dat ze voldoende voorzorg moest nemen. Tegenwoordig hoef je niet meer zwanger te raken.’
‘Nee, inderdaad. Maar soms kom je toch voor situaties te staan dat het mis gaat. Wat dat betreft zit een ongelukje…’
‘Ja, ik weet er alles van’, onderbrak de dame. Mijn vader riep, nadat ik met Herman was aan komen waaien: “Seks is als het paard van Troje. Fier en statig tikt hij aan de poort, maar als je hem eenmaal binnen laat, begint de ellende”. Mijn vader was een wijs mens.’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better