‘Weet jij wat ze in Frankrijk tegen een haan zeggen?’, vroeg mijn echtgenote. We liepen in de Supermarché in Argelès.

‘Niet veel want hij zegt niks terug’, deed ik flauw.
‘Un coq. Met de C-O-Q van kukelekuuu. Leuk hè?’
‘Nou, die vergeten we dan nooit meer. Zocht je eieren of zo?’
‘Nee, een kippetje. Voor vanavond. In het oventje in de caravan.’
‘En die haan stond erbij en keek ernaar?’, vroeg ik.
‘Heb jij nou nog zo’n snoertje gevonden voor je tablet?’
‘Ja hoor.’ Ik hield het hoog en gooide het toen nonchalant in het winkelwagentje. 
‘Hé, kijk je een beetje uit voor de kip?’, riep ze.
‘Bang voor blauwe plekken?’
‘Nee, maar een beetje respect voor ons voedsel is wel op zijn plaats.’
‘Moeten we verder nog iets?’,vroeg ik.
‘Ja. Kropje sla, knoflook en een potje doperwtjes.’ Ze las het op van haar lijstje.
‘Knoflook?’, vroeg ik ietwat verbaasd. ‘Knoflook met kip?’
‘Ja, is gezond. En smaakt heerlijk.’
‘Kan me er niks bij voorstellen.’
‘Er valt weinig aan te snappen. Je duwt gewoon een paar tenen knolook in zijn kont en klaar is Kees.’
‘Dan zal die Kees wel heel erg uit zijn hol stinken’, veronderstelde ik.
‘Daar heb je geen last van hoor’, lachte ze.
‘Hoezo niet?’
‘Je hoeft hem alleen maar op te eten. Niet zijn kont te kussen.’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better