Ik stond net in de rij bij de slager toen ik van achteren werd aangevallen. Tenminste, zo voelde het. 

‘Nou ja, zeg, Gerard!’, hoorde ik een vrouwstem in mijn nek toeteren. 
Ik heet geen Gerard, dus schatte ik in eerste instantie in dat het voor iemand anders was.

‘Gerard!, hoorde ik opnieuw, nu gepaard gaand met een enthousiaste tik op mijn schouder. 
Tja, ik besloot toch maar even om te draaien om de lanceerbasis te inspecteren.
‘O, sorry meneer. U bent Gerard niet. Maar u lijkt van achteren sprekend op onze Gerard.’
‘Ik ben blij dat mijn achterkant u bevalt. Heeft u nog een specifiek onderdeel wat u aan Gerard deed denken?’, vroeg ik droog.
‘Ja’, lachte ze. Maar ik denk niet dat u er blij van wordt.’
‘Ik zou het proberen, nodigde ik haar uit.
‘De vorm van uw zitvlak’, fluisterde ze discreet in mijn oor. ‘Lijkt wat op een pompoen. Dat heeft ons Gerard ook.’
Ik moest even slikken. ‘Pompoen? U doelt op de omvang?’, vroeg ik ietwat gepikeerd.
‘O nee, dat niet. Nee, de vorm. Hij doet mij echt aan ons Gerard denken. En uw nek. U heeft een beetje een nekplooi.’
‘En dat heeft “ons” Gerard ook?’, vroeg ik.
‘Nou nee, mijn man. Gerard is de broer van mijn man.’
‘En heeft uw man soms ook een pompoen ingeslikt?’, vroeg ik.
‘Nee hoor. Hij niet. Hij heeft een mooie bibs.’
‘Dus u suggereert nu dat mijn kont niet mooi is?’, vroeg ik quasi boos.
‘Nee, Gerard zijn zitvlak is niet mooi’, haastte ze zich te zeggen.
‘En net zegt u nog dat ik van achteren op “ons” Gerard lijk.’
‘Jawel, maar gelukkig voor u hebben we inmiddels vastgesteld dat u dat niet bent.’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better