‘Goh, wat zijn die Oetelaars toch weer blij’, merkte ik op. Ik zat voor de TV een actueel actualiteitenprogramma te kijken.

‘Oetelaars? Wat bedoel je met Oetelaars.’
‘Dat zijn mensen die caranaval vieren in Den Bosch. Dat heet dan Oeteldonk en daar lopen Oetelaars.’
‘Oeteldonkers’, verbeterde ze me.
‘Nou nee hoor. In Den Haag wonen toch ook Hagenaars en geen Hagedonkers.’
Ze keek me aan en wees naar iets wat op een voorhoofd leek.
‘En wat heb je nou met die Oeteldonkers?’, vroeg ze.
‘Oetelaars. Dat die lui zo blij zijn dat ze weer carnaval mogen vieren. Ik zag twee blije mutsjes die weer eens lekker gingen “zuipen”.’
‘En dat met die corona? Hoe wanhopig kun je zijn’, mopperde ze.
‘Ik heb ook een collega die uit Brabant komt. Hij was ook blij.’
‘Ging hij ook “zuipen”?’
‘Ja, dat was wel het plan. En het is helemaal geen blij tiep.’
‘Tja, dat carnaval is typisch iets voor zuiderlingen’, vond mijn echtgenote.
‘Ja, daar hebben wij geen verstand van. Dat antwoord gaf mijn collega gisteren toen ik hem vroeg naar het nut van carnaval tijdens corona.’
‘Dus het heeft wel iets van nut?’, vroeg ze.
‘Nou ja, dat wilde hij mij dus uitleggen.’
‘En? Wat was de uitleg?’
‘Dat weet ik niet. Ik heb hem geadviseerd om dat over een weekje of twee maar in het ziekenhuis te doen.’
Bart 

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better