‘Mevrouw van der Heuvel eet vananond zuurkool’, meldde ik toen ik terugkwam van een boodschapje.

‘O? Ben je haar tegen gekomen?’, vroeg mijn echtgenote.
‘Nee, niet tegen, ik moest haar noodgedwongen inhalen in het pad. En toen zag ik het.’
‘Wat zag je dan precies?’
‘Dat ze iets uit een bak pakte.’
‘Trouwens, waar heb jij onze boodschappen gelaten?’, vroeg ze.
‘O, verrek, die zitten nog in de fietstas.’
‘Man, waar zit je hoofd?’
‘Stevig op mijn nek. Ik heb er alleen teveel ballast aanhangen. Ik moet teveel.’
‘Hoezo teveel? Sinds je pensioen verkeren al je hersencellen in diepe rust.’
‘Dat denk je. Bij mijn voormalige werkgever kon ik het er nog wel eens van nemen. Dat lukt hier bij jou echt niet.’
‘O, nou heb ik het weer gedaan.’
‘Hoe wist jij trouwens dat ze zuurkool pakte?’
‘Ik ben later even snel teruggelopen om naar die bak te kijken.’
‘Man, wat ben jij toch nieuwsgierig. Het gaat niet alleen over je omgevallen hersencellen, je bent ook nog een oud wijf geworden.’
‘Lieve schat, ik ben speciaal voor jou teruggegaan.’
‘Voor mij, hoezo voor mij?’
‘Anders had je je de hele dag af zitten vragen wat de “van der Heuveltjes” vanavond zouden eten.’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better