‘Morgen Agnes, hoe gaat ie?’, vroeg ik terwijl ik onze bevroren autoruit bekrabte. Ze kwam naar buiten gelopen.

‘Morgen Bart. Nu even niet goed. Het heeft gevroren!’, riep ze wijzend op haar autoruit.
‘Klopt, heb je een krabbertje?’, vroeg ik. ‘Of ligt hij nog in bed.’
‘Ik heb geen krabbertje meer’, lachte ze.
‘Niet? Ik dacht dat je verkering had met Pier.’
‘Ach nee joh, die is terug bij zijn vrouw. Nee, ik ga tegenwoordig als vrijgezel door het leven.’
‘Eigenlijk zou je zo’n isolatiedeken voor de ruit moeten leggen’, merkte ze op.
‘Ja, dat zou inderdaad handig zijn. Maar helaas heb ik er geen.’
‘Nee, ik ook niet.’
‘Een oud collega liet het altijd over aan zijn schoonmoeder’, vertelde ik vanuit mijn herinnering.
‘Dat meen je’, lachte ze. 
‘Ja, ik vond het a-sociaal. Maar zijn schoonmoeder was boerin. Ze kon goed tegen de koude grond. Tenminste, dat zei hij altijd.’
‘Het is natuurlijk reuze handig als je iemand hebt’, vond ze. ‘Maar om nou je schoonmoeder..’
‘Nee, dat vind ik ook. Mijn schoonmoeder doet de tuin, en dat is genoeg.’
‘Zo, nu nog even de zijruiten en dan mag je mijn krabber lenen.’ 
‘O, geweldig Bart. Misschien moet ik toch maar weer eens op Tinder shoppen’, zuchtte ze.
‘Tinder? Wat is Tinder?’, vroeg ik.
‘Dat is een datingsite. Kun je digitaal een partner zoeken.’
‘O, dat is handig’, bepte ik. ‘Die had je in mijn tijd niet. Ik moest nog handmatig zoeken.’
‘Ja, tijden veranderen, Bart. Ik kan zelfs selecteren op handige mannen die goed ruiten kunnen krabben.’ Ze lanceerde een knipoog.
‘Ja, dan heb je op dit moment toch dikke pech’, stelde ik vast.
‘Dikke pech? Hoezo pech?’
‘Ik ben heel handig, kan goed ruiten krabben, maar sta niet op Tinder.’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better